Ik ga op vakantie en ik neem mee
maart vermomd als augustus
Een autoband hapt tijd uit de weg
zonnelucht golft een kinderhand vluchtig
Limonadegeluk tot ver op de bodem
te laat slapen blijft onder je krullenkruin achter
Er hangt een geur van warm poederzand van
kunnen we hier blijven wonen
De tanden van thuis lachen zich bloot
in grootformaat olijf en lavendelstruik
Grote mensen rennen om groot te lijken
de kleinste om klein te blijven